Hallo werkgevers, wanneer gaan we stoppen met de kantoortuin?
Japke-d. denkt mee Bedrijfsartsen zeiden deze week in een enquête van tv-programma De Monitor dat de drukke, open kantoortuin moet worden afgeschaft. Dat zegt Japke-d. Bouma al jaren.
25 februari 2020 om 16:16
Leestijd 3 minutenIllustratie Tomas Schats
Als jullie denken: ‘wat klinkt ze schor’, dan kan dat kloppen. Want ik ben mijn stem kwijt omdat ik maandag een half uur geestdriftig naar de televisie heb zitten schreeuwen van de instemming en het enthousiasme.Ik zat namelijk te kijken naar een uitzending van tv-programma De Monitor en het ging over de funeste gevolgen van het werken in een drukke open kantoortuin. Man man man, wat een goed programma was dát, zeg. De conclusies waren zo helder als glas.
Dat mensen in een drukke open kantoortuin stress krijgen, hoofdpijn, en moe worden. Dat ze zich er niet kunnen concentreren – álles waar ik ooit over schreef kwam voorbij.
Wim Pullen, werkplekonderzoeker en directeur van het Center for People and Buildings, vertelde dat in dergelijke kantoren vaak veel te veel mensen te dicht op elkaar zitten. Hoogleraar cognitieve psychologie Stefan van der Stigchel legde uit waarom je brein er niet kan focussen en dat we moeten stoppen met dergelijke kantoren.
Er was ook een bedrijf aan het woord dat ‘stiltecellen’ verkoopt, waarin mensen zich kunnen terugtrekken om hun werk af te maken. Als ik eerlijk ben, was ik best een beetje verdrietig dat De Monitor míj niet had geïnterviewd. Aan de andere kant had ik nu ineens een gezaghebbend, onafhankelijk journalistiek medium aan mijn zijde.
Want De Monitor had ook veel nieuwe, eigen informatie boven water gehaald. Zo hadden ze een enquête laten uitvoeren onder 91 bedrijfsartsen van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde, over het werken in open ruimtes waarin meer dan zes mensen werken.
Daarin zei meer dan 90 procent (!) van de artsen dat werknemers die bij hen komen de kantoortuin als een van de oorzaken van hun verzuim noemen. Ruim een derde (38 procent) zei dat werknemers een burn-out als gevolg van de kantoortuin noemen. Op de stelling dat je de kantoortuin helemaal zou moeten afschaffen, zei bijna 60 procent: ja. Dat was het moment dat mijn stem het definitief begaf.
Maar er kwam ook een ergonoom van arbeidsorganisatie Arbo Unie aan het woord, die vindt dat er een norm moet komen die een minimumaantal stilteplekken per werknemer voorschrijft, bijvoorbeeld één stilteruimte voor iedere vijf tot tien werkplekken. Maar het indrukwekkendst vond ik architect Nanne de Ru, die kritisch was over open kantoortuinen. Zoiets had ik nog nooit gezien.
Want de meeste architecten die ík in de media hoor, hollen klakkeloos de mode achterna om ‘transparante’ kantoren te ontwerpen met zo min mogelijk wanden – Wim Pullen noemde ze in mijn rubriek ooit ‘geile kantoren’. Met hoge, kale plafonds en vloeren die alles laten galmen, als in een vertrekhal waarin je tranende ogen krijgt van de droogte en je oren suizen.
Ik hoorde laatst nog zo’n architect met droge ogen (!) vertellen dat hij een gebouw had ontworpen dat „in open verbinding staat met het landschap” buiten en dat een dergelijke open hel de „communicatie, de samenwerking en de innovatie bevordert” – wat een gebazel.
Want de ervaring van veel van mijn lezers is dat dergelijke kantoren de samenwerking juist belemmeren, omdat mensen zich er terugtrekken achter hun scherm. En dat mensen thuis gaan werken. Weg samenwerking.
En dan is zo’n open inrichting óók nog eens duurder voor werkgevers. Want het lijkt misschien alsof je minder geld kwijt bent aan vierkante meters en muren, maar als het ziekteverzuim vervolgens toeneemt, konden de kosten uiteindelijk nog wel eens hóger uitpakken dan in een situatie met minder werknemers per ruimte. Personeel is immers de grootste kostenpost voor een bedrijf. Enfin, ook dáár schreef ik al eerder over.
Eigenlijk miste ik maar één ding in de uitzending. En dat was een werkgever die bekende dat zij of hij zich had vergist. Een werkgever die toegaf zich onvoldoende te hebben geïnformeerd voordat de beslissing genomen werd om met het personeel naar een open kantoortuin te trekken.
Die werkgevers heb ik zelf trouwens ook nog nooit gesproken. Sterker nog: ik krijg nog steeds reacties van lezers die me schrijven dat hun universiteit, bedrijf, gemeente of rechtbank wordt verbouwd tot een open kantoortuin – met dezelfde drogredenen dat het de samenwerking ten goede komt en goedkoper is. Dus werkgevers, zeg het maar.
Want we hebben nu bedrijfsartsen, architecten, ergonomen, wetenschappers én Japke-d. Bouma – kuch – die zeggen dat de drukke open kantoortuin niet werkt. Dat mensen geregeld afzondering nodig hebben op hun werk. Dat hoge, open ruimtes niet werken. Dat drukke open kantoortuinen duurder zijn, dat mensen er ziek worden, ongelukkig en arbeidsongeschikt. Ik geef graag het woord aan een werkgever die tegen de trend ingaat.
Jullie weten hoe je mij – en De Monitor – kunt bereiken.
— Lees op www.nrc.nl/nieuws/2020/02/25/wanneer-stoppen-we-met-de-kantoortuin-a3991663